-
1 Durchfall
-
2 senken
senken1 laten zinken, laten zakken ⇒ neerlaten, verlagen♦voorbeelden:gesenkten Hauptes • met gebogen hoofdden Sarg ins Grab senken • de kist in het graf laten zakken1 zakken, dalen ⇒ omlaaggaan, neerdalen; verzakken2 dalen, afhellen♦voorbeelden:das Haus hat sich um einige Zentimeter gesenkt • het huis is een paar centimeter verzakt -
3 fliegen
fliegen♦voorbeelden:in Stücke fliegen • aan stukken vliegenin den Urlaub fliegen • met het vliegtuig op vakantie gaandie Fahnen fliegen im Wind • de vlaggen wapperen in de wind4 nach Hause fliegen • naar huis vliegen, snelleneine Nachricht fliegt von Mund zu Mund • een nieuwtje gaat snel van mond tot mondmit fliegenden Händen • met bevende handenam ganzen Körper fliegen • over het hele lichaam bevenvon einer Leiter fliegen • van een ladder donderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 einbrechen
-
5 Fall
〈m.; Fall(e)s, Fälle〉1 val, het vallen♦voorbeelden:1 zu Fall bringen, kommen • ten val brengen, komen2 den Fall nehmen, setzen • (veronder)stellen, aannemengesetzt den Fall, (dass) • gesteld, in de veronderstelling datauf alle Fälle, jeden Fall • in ieder gevalvon Fall zu Fall • van geval tot gevalder Fall liegt so • de zaak zit zoim vorliegenden Fall • in het onderhavige geval -
6 durch
durch1〈voorzetsel + 4〉♦voorbeelden:durch Funk • via de radiodurch die Post • per postdurch Zufall • toevallig, bij toevaldurch Zuruf • bij acclamatie————————durch2〈 bijwoord〉3 rijp, gaar♦voorbeelden:es ist schon acht Uhr durch • het is al acht uur geweestder Schrei ging mir durch und durch • de kreet ging me door merg en been -
7 segeln
segeln5 〈informeel; figuurlijk〉zakken, sjezen♦voorbeelden:1 eine Jacht segeln • op, met een jacht zeileneine Regatta segeln • aan een regatta deelnemen, meedoen(dicht, hart) am Wind segeln • (hoog) aan de wind zeilen5 durch das Examen segeln • voor het examen zakken, sjezen -
8 Prüfung
Prüfung〈v.; Prüfung, Prüfungen〉♦voorbeelden:eine eingehende Prüfung • een grondig onderzoekdie Prüfung in Latein • het examen Latijn -
9 Versenkung
Versenkung〈v.; Versenkung, Versenkungen〉2 concentratie, meditatie3 〈 dramaturgie〉deel van het toneel, podium dat men kan laten zakken♦voorbeelden: -
10 ansetzen
ansetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 beginnen, vormen5 aanzetten, vormen7 ramen, begroten♦voorbeelden:das Glas ansetzen • het glas aan de mond zetten6 eine Besprechung auf, für den nächsten Tag ansetzen • een bespreking voor de volgende dag vaststellen9 eine Bowle, einen Likör ansetzen • een bowl, likeur bereiden¶ 〈 figuurlijk〉 den Hebel an der richtigen Stelle ansetzen • iets goed, op de juiste manier aanpakken♦voorbeelden:1 Kalk, Zahnstein setzt sich an • kalk, tandsteen zet aan -
11 hängen
hängen6 hechten, gehecht zijn aan♦voorbeelden:3 hängen bleiben • (a) blijven steken, haken, vast blijven zitten; (b) vastplakken, blijven kleven • (c) blijven hangen, (onnodig) lang blijven; 〈 (d) informeel; onderwijs〉 blijven zitten〈 figuurlijk〉 sein Blick blieb an einem alten Gemälde hängen • zijn blik bleef op een oud schilderij rusten〈 informeel〉 jemanden hängen lassen • iemand in de steek laten, laten zittensich hängen lassen • bij de pakken neerzitten, het opgevender Schmutz hängt an den Schuhsohlen • het vuil kleeft aan de schoenzolen7 wo hängt der Junge bloß? • waar hangt die jongen toch uit?abends in den Kneipen hängen • 's avonds in de kroegen rondhangenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:mit Hängen und Würgen • met hangen en wurgen♦voorbeelden: -
12 Wein
〈m.; Wein(e)s, Weine〉♦voorbeelden:spritziger Wein • mousserende wijn〈 figuurlijk〉 jemandem klaren, reinen Wein einschenken • iemand klare wijn schenken, iemand ronduit zeggen waar het op staat -
13 null
♦voorbeelden:〈 informeel〉 null Komma nichts • nul komma nul, helemaal niets〈 informeel〉 Nummer null • nummer honderd, wcgleich null sein • zo goed als nul, nihil zijnnull und nichtig • van nul en gener waarde2 auf null drehen, stellen • op nul draaien, uitschakelen -
14 sinken
sinken1 zinken, zakken, dalen ⇒ ondergaan, vallen♦voorbeelden:alle Hoffnung sinken lassen • alle hoop laten varenauf den Gefrierpunkt sinken • tot het vriespunt dalenauf, in die Knie sinken • op de knieën neergaan, knielenaufs, ins Bett sinken • op, in bed vallenzu Boden, auf die, zur Erde sinken • ter aarde zinken -
15 Erde
Erde〈v.; Erde, Erden〉♦voorbeelden:1 〈 religie〉 du bist Erde und sollst zu Erde werden • gij zijt stof, en tot stof zult gij wederkerenetwas aus der Erde stampfen • iets uit de grond stampen〈 informeel〉 jemanden unter die Erde bringen • (a) een nagel aan iemands doodskist zijn; (b) iemand onder de grond stoppenzu ebener Erde • op de begane grond -
16 Mauseloch
Mauseloch♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 ich hätte mich am liebsten in ein Mauseloch verkrochen • ik had het liefst door de grond willen zakken -
17 Senkung
Senkung〈v.; Senkung, Senkungen〉2 het laten zinken, zakken ⇒ neerlating3 laagte, kom, inzinking4 〈 literatuur〉daling, thesis -
18 absenken
-
19 auf dem Eis einbrechen
auf dem Eis einbrechen -
20 das Hochwasser trat zurück
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > das Hochwasser trat zurück
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Sack — 1. Alte Säcke brauchen viel Flecke. – Winckler, IX, 57. 2. Alte Säcke näht man nicht mit Seide. – Eiselein, 538. 3. An einem neuen Sacke bleibt das Mehl hängen. Holl.: Aan nieuwe zakken blijft het meel hangen. (Harrebomée, II, 487b.) 4. An einem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Нидерландский язык — Самоназвание: Nederlands Страны: Нидерланды, Бельгия … Википедия
Нид. — Нидерландский Самоназвание: Nederlands Страны: Нидерланды, Бельгия, Суринам, Нидерландские Антильские острова, Аруба Официальный статус … Википедия
Нидерландский — Самоназвание: Nederlands Страны: Нидерланды, Бельгия, Суринам, Нидерландские Антильские острова, Аруба Официальный статус … Википедия
Esel — 1. Als dem Esel zu wohl war, fiel er und brach ein Bein. 2. Als der Esel auss Hunger seinem Treiber Stro auss den Schuhen gezupfft vnnd gefressen, machtens Wolff vnnd Fuchs zur Todtsünd vnnd frassen den Esel. – Lehmann, 741, 43. 3. Alte Esel will … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Rath — 1. A richtiger Roath: drei Bauern, sechs Stiefel. (Rott Thal.) 2. Alle wissen guten Rath, nur (der) nicht, der ihn nöthig hat. – Gaal, 1279; Körte, 4913; Simrock, 8104. Schwed.: Alla weta god råd förutan den i wåndan står. (Grubb, 19.) 3. Alles… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Lügen — 1. Al lücht de munt, dat herte endoet des nicht. – Tunn., 25. Lügt auch der ⇨ Mund(s.d.), das Herz thut s nicht. (Cor non mentitur, licet os falsissima narret.) 2. Allein lügen am besten. – Lehmann, II, 26, 12; Simrock, 6645. 3. Bai lüget, dai… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Verlieren — 1. Alles verloren, nur die Ehre nicht. – Wurzbach II, 79. Frz.: Tout est perdu hors honneur. Dies Wort sollte Franz I. von Frankreich nach der unglücklichen Schlacht von Pavia gesprochen haben; die spätere Zeit hat nachgewiesen, dass es ihm,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Verkehrt — 1. Dat is verkehrt, hadde de Buer sagt, doa hadde dat Peard am Stêrte täumet. (Westf.) Holl.: Dat is verkeerd, zei de stalknecht, en hij toomde het paard aan den aars. (Harrebomée, II, 161a.) 2. Es ist verkehrt, wenn die Säcke den Esel tragen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Baa, Baa, Black Sheep — Baa Baa Black Sheep is a nursery rhyme, sung to a variant of the 1761 French melody Ah! vous dirai je, Maman . The original form of the tune is used for Twinkle Twinkle Little Star and the Alphabet song.tandard version:Baa, baa, black sheep,:Have … Wikipedia
Raphael Evers — Rabbi Dr. Raphael Evers (born 1954) is a Dutch rabbi and one of the chief rabbis of The Netherlands.He has been connected as a rabbi to the Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (Dutch Israelite Religious Community) (NIK) since 1990; he is also … Wikipedia